dinsdag 15 januari 2008

Hakhout voor het Vliegend Hert

In het dal van de Mosbeek in noord Twente bevindt een van de weinige resterende populaties in Nederland van het reusachtige insekt: het Vliegend Hert.
Hun biotoop bestaat uit zonbeschenen open bosranden en houtwallen met grote eikenbomen en eikenhakhout met oude wortelstelsels met veel oud rottend hout. Hierin leven de larven die gedurende hun 5 tot 7 jaar durend larvaal stadium zich voeden met het door schimmels aangetaste hout.
Zodra na een jaar of zeven de larven verpoppen en in de vroege zomermaanden tevoorschijn kruipen draait alles om de voortplanting. Een volwassen Vliegend hert leeft meestal maar enkele weken en voedt zich dan met de suikers uit het sap van de eik. De vrouwtjes knagen hiertoe wonden bij jonge uitlopers aan eikenstammen.


twee vrouwtjes vliegend hert bij een herten stoof en een man
Helaas zijn de afgelopen eeuw veel oude houtwallen en hakhoutbosjes verdwenen en wordt het voor het vliegend hert steeds lastiger een goed voortplantingsbiotoop te vinden. daarbij zijn de dieren vrij honkvast en trekken ze niet over grote afstanden.
Om de Twentse populatie te ondersteunen hebben wij verschillende beheermaatregelen genomen. Op enkele plaatsen zijn zogenaamde hertenstoven aangelegd. Dit zijn grote hopen, van deels ingegraven eikenhout, afgedekt met schors, zaagsel en takken. Bij deze hopen graven de vrouwtjes zich in om eieren af te zetten. Als je bedenkt dat een larve gedurende zijn jeugd wel 250 liter eiken hout nodig heeft moeten dergelijke hopen een fors volume hebben. Daarnaast hebben we afgelopen winter op een aantal plaatsen in samenwerking met een insektenspecialist van Naturalis en Landschap Overijssel boszomen aangepast en oud hakhout weer nieuw leven ingeblazen. Niet allen het vliegend hert maar ook tal van andere zeldzame insekten die hier nog voorkomen zoals de Bruine eikenpage zullen hiervan profiteren.

aanleg van een hertenstoof en hersteld oud eikenhakhout