dinsdag 8 maart 2005

Winterheliotropen en ander hoefblad

De late strenge vorst en het dikke sneeuwpakket heeft abrupt een einde gemaakt aan de bloei van onze winterheliotroop. Maar zijn zusjes en broertjes, de mannelijke en vrouwelijke planten van het wit hoefblad, hebben hun dikke knoppen weer geopend, net nog tussen het bladerdek. Over de naamgeving van deze soorten heerst veel verwarring. Hieronder volgt het voorlopige resultaat van mijn zoektocht naar de juiste benaming van een hoefbladsoort die ik al jaren in de tuin heb staan.

Petasites albus mannetje

Het begon allemaal meer dan tien jaar geleden. Onze vroegere collega cactuskweker en goede vriend Andries Bulthuis uit Cothen gaf Deyke en mij in het voorjaar altijd de gelegenheid om uit zijn prachtige tuin stinzenplanten te oogsten. Met kratjes vol met moeizaam uit zijn grindpad gestoken daslook, mooie kerstrozen en allerlei kleuren longkruid kwamen we weer thuis. In het zelfde grindpad bij de entree van zijn huis had hij een bedje Japans Hoefblad staan welke zich in het vastgelopen substraat voor zijn doen bijzonder netjes gedroeg. Onder de grote notenboom stond een mooi veld met een wit bloeiend hoefblad. Bulthuis vertelde mij dat dit het Sneeuwwit Hoefblad (Petasites niveus) was. Als je al zou twijfelen aan zijn nomenclatorische kennis dan zou je het niet durven uit te spreken door de stelligheid waarmee Bulthuis zijn plantennamen presenteert. Dit is dan ook de reden dat ik ondanks mijn gereden twijfel jarenlang de plant onder deze naam heb aangeboden en toegepast. Toch ging de zoektocht naar de naam verder. Er waren sterk vergelijkbare planten in omloop onder de naam Petasites albus, het Wit Hoefblad, zoals te zien op een foto in het Stinzenplantenboek van Bakker en Boeve maar deze zou volgens opgave sterk woekeren. Dat deed onze plant niet. De groei was sterk maar woekeren zoals het Groot en het Japans Hoefblad, dat niet. We lieten de plant zien aan Herman van Beusekom, van de Bloemenhoek in de Bilt. Hij dacht dat het wel zou kunnen gaan om Petasites paradoxus, volgens Europese flora’s een synoniem van P.niveus, maar de afbeeldingen hiervan klopten niet met onze plant. Ook Dick Ploeger, eveneens uit de Bilt, kon mij geen helderheid verschaffen. Ik had ooit onder de naam P.albus een plant van hem gezien en die was toch duidelijk anders, althans op mijn netvlies. Dan dus maar alles verzamelen wat er te verzamelen was aan hoefbladen.

Bij een bezoek aan de tuinen van Mien Ruys kaart ik het probleem aan bij Dirk Jan Koning. Ook hij kan mij niet helpen maar geeft mij een stekje van een ander vroegbloeiend hoefblad , de Winterheliotroop (Petasites fragrans). De waarschuwing dat hij slecht winterhard is maar wel vreselijk kan woekeren neem ik voor kennisgeving aan.


Petasites fragrans

Tijdens vakantie in Italië zien we regelmatig hoefblad in de wegberm. Het wetenschappelijke onderzoek gebruik ik als excuus om een paar stekjes uit te graven en mee te nemen. In de nazomer 2002 gaan we voor vrienden hun tuin in Lenk, Zwitserland aanleggen. Zij hadden in het bos foto’s gemaakt van een hoefblad met hoge witte pluizige vruchtstand. Dit moest dan toch de echte Petasites paradoxus zijn. In het bos vinden we langs de beek massaal hoefbladblad. Het lijkt allemaal veel op ons hoefblad en niet zoals voor P.paradoxus kenmerkend is dicht sneeuwwit viltig aan de onderzijde. Ook hier graven we een paar stukjes wortelstok uit.
De winterheliotroop had zich inmiddels gevestigd tussen de bestrating rond ons huis maar de knoppen bevroren. Alle witte hoefbladen stonden gebroederlijk op rij langs de slootkant uitgeplant. Als eerste een bedje van de plant die we onder de naam P.albus uit de handel hadden. Daarna volgen de planten uit Italië en Zwitserland en de rij wordt gesloten door de oude Bulthuis kloon. Alle vier kwamen vorige winter in bloei. De bloeiwijzen worden onder de binoculair gelegd op zoek naar verschillen.

Nu weten wij van het Groot Hoefblad dat dit een tweehuizige plant is. Dit wil zeggen dat er aparte mannelijke en aparte vrouwelijke planten zijn. In de Oecologische Flora lezen we er nog wat meer over. Hierbij staat ook vermeld dat de mannelijke planten aan de rand van hun bloemhoofdjes, ze behoren tot de Asterfamilie, één of enkele vrouwelijke bloemetjes hebben zitten die snel verwelken voordat ze zaad kunnen zetten. De bloemhoofdjes van de vrouwelijke planten bevatten enkele steriele mannelijke bloempjes die als nectar leverancier functioneren. Ook bloeien de vrouwelijke planten meestal iets later dan de mannelijke. De verschillen tussen de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen zijn zo groot dat zelf Linnaeus in verwarring werd gebracht en uitging van twee verschillende soorten.
Hoe zit dit nu bij de witte hoefbladen aan mijn slootkant: hetzelfde dus!
Tussen de planten uit Zwitserland, Italië en die van Bulthuis is er weinig verschil. Bulthuis bloeit het eerste, Italië is wat dikker in zijn bloeiwijze. Het zijn alle drie mannelijke planten met in de bloemhoofdjes duidelijke mannelijke vijfslippige buisbloemetjes. Aan de rand van de hoofdjes zitten tegen de omwindselbladeren enkele dunnen draadachtige vrouwelijke bloemen. De plant die mij via de vijverplantenhandel had bereikt is een dame met een omwindsel vol met draaddunne bloemetjes en in het midden enkele heren als gezelschap. De bloeiwijze oogt veel fijner dan die van de mannelijke planten en is ook duidelijk later. Maar alle vier reken ik nu definitief tot de soort Wit Hoefblad (Petasites albus). Dankzij het feit dat ik nu de mannen met een vrouwtje heb samengebracht, verlengden de vrouwelijke bloeiwijzen zich afgelopen jaar en produceerden volop vruchtpluis. De eerste zaailingen heb ik al gevonden. Ik ben gewaarschuwd.

Petasites albus vrouwtje


De Winterheliotroop heeft afgelopen maand zich ook laten zien en ruiken. Alle warme plaatsjes rond ons huis heeft hij veroverd. Al half december kwamen de licht lilaroze bloemen te voorschijn. Sommigen overleefden de eerste vorst niet en werden bruin maar in januari kwamen er weer volop nieuwe trossen tevoorschijn. De zachte vanillegeur om de plant lokte de vroegste bijen en op een vaasje in de keuken genoten wij er ook nog van. In de bloemhoofdjes zitten talrijke mannelijke bloemen die wit uitkomen en naar donker lilaroze verbloeien. Langs de rand zitten een aantal witte spatelvormige vrouwelijke bloemen, die waarschijnlijk ook geen belangrijke functie hebben. Ik ben dus benieuwd naar een vrouwelijke plant met enkele mannelijke bloemen! Ondanks zijn woekerdrift en vorstgevoeligheid ben ik deze soort zeer gaan waarderen en zal hem waar het kan op bescheiden schaal gaan toepassen.















detail Winterheliotroop

Een overzicht van de belangrijkste hoefbladsoorten:

Petasites komt van het Griekse woord petasos wat staat voor een hoed met een brede rand. Op internet vond ik een afbeelding van een Aziatische vrouw met een hoefblad op haar hoofd tegen de regen.
Petasites albus: Wit Hoefblad, Midden en Zuid Europa, bossen in bergland; stinzenplant in Nederland
Bladeren rond met getande lobben, lichtgroen, aan de onderzijde licht viltig behaard, bloeit in februari-maart, bloeiwijzen tot 30 cm hoog, wit met lichtgroene schutblaadjes aan de bloeisteel. Zodenvormende soort zonder lange uitlopers.
Petasites fragrans: Winterheliotroop, Zuid Europa, stenige plaatsen, ruderaal terrein
De vroegste winterbloeier, al in december, met lilaroze geurende bloeiwijzen tot 30 cm hoog. Bladeren rond, donkergroene. Sterke uitlopers vormend, beperkt winterhard in Nederland


Petasites hybridus

Petasites hybridus: (syn.P.officinalis) Groot Hoefblad, heel Europa en Noord en West Azie van oevers en moeraszones op rijke grond
Zeer grote bladeren tot ruim 1 meter hoog, bloemen rose-purper, 30 tot 60 cm hoog, sterke woekeraar met lange ondergronds uitlopende rhizomen.
Petasites japonicus: Japans Hoefblad, Oost Azie, Japan, Sachalin, beek en rivieroevers, Stinzenplant in Nederland
Grote ronde bladeren tot 100 cm doorsnee en ruim 1 m. hoog. Bloeiwijze in een lage compacte rozet van schutblaadjes, groengeel. Bloeiend in maart-april. Prachtige maar sterk woekerende soort met ondergrondse kruipende wortelstok. In de cultuur is hoofdzakelijk de selectie ‘Giganteus’ bekend, de naam zegt genoeg!


Petasites japonicus 'Giganteus'

Naar de volgende soorten ben ik op zoek, wie kan mij er aan helpen?
Petasites paradoxus: (syn.P.niveus), Alpen en Pyreneeën, van beeklopen en vochtige bergbossen op kalk
Bladeren spits hartvormig met witviltige onderzijde, bloeiwijze bleekgroen met rode schutblaadjes, tot 30 cm, bloemen roodachtig omwindsel met wit, bloeiwijze na bestuiving hoog uitgroeiend met dichte witte pluishoofdjes met een donker hart
Petasites spurius: Scandinavië, Rusland uit vochtige duingebieden
Bladeren breed vijfkantig, bloeiwijze grijswollig met lange schutblaadjes, bloemkleur, geelwit tot helgeel
Petasites radiatus (syn.P.laevigatus), Rusland, natte plaatsen, gele bloeiwijze
En uit Amerika komen Petasites saggitatus, Petasites frigidus, Petasites palmatus

Het Nederlandse Klein Hoefblad (Tussilago farfara) is wel verwant aan Petasites maar hoort tot een ander geslacht.