zaterdag 1 december 2007

Mandelige tuin "De Wilgenhoven"

In Culemborg, in de ecologische wijk "Eva Lanxmeer" ontwikkelen we samen met de bewoners een gezamelijke tuin. De bewoners van "De Wilgenhoven" zijn samen eigenaar van dit zogenaamd mandelig gebied.
Belangrijk is hierbij om alle wensen en ideeen van de 40 huishoudens samen te brengen tot een gemeenschappelijk ontwerp.

Dankzij het enorme enthousiasme van de bewoners is er het afgelopen jaar een prachtig woonerf ontstaan met fleurige plantvakken, een wadi rond de oude elzensingel, een canyontuin met prairie en ruderale beplanting, een kruidenspiraal en ruime speelgelegenheid voor de kinderen.



Komend jaar ga ik de bewoners inwerken in het onderhoud zodat deze tuin kan uitgroeien tot een fraaie natuurrijke buurtplek.

vrijdag 16 november 2007

Onderhoudsbegeleiding "De 1800 Roeden"

Onder de rook van Amsterdam, bij Halfweg, ligt een voormalige minutieopslagterrein van het ministerie van defensie. Dit terrein is opnieuw ontwikkeld tot een kleinschalig bedrijvenverzamelcomplex voor kunstenaars en ontwerpers. Het perceel is door mijn collega Marleen enkele jaren geleden al vormgegeven en de bewoners/huurders hebben gezamelijk de uitvoering van de plannen op zich genomen.
Inmiddels zijn de meeste delen gerealiseerd en is het onderhoud begonnen. Op basis van een beheerplan wat ik heb opgesteld begeleid ik de bewoners met de werkzaamheden gedurende enkele werkweekenden per jaar.



Enkele leuke tuinonderdelen beginnen zich al mooi te ontwikkelen zoals een stinzenplantenbosje, een moerascypressenbos met amerikaanse moerasplanten, een moestuin en boomgaard en mooie muurbegroeiingen langs de loodsen.
Ook voor komend jaar zijn weer een viertal onderhoudsweekenden in de agenda gezet.

zaterdag 1 september 2007

Het Liesbos, een cultuurhistorisch onderzoek

In het kader van de opleiding Tuinkunst en parken, historie en instandhouding van de Hogeschool Utrecht heb ik samen met mijn HGC-collega Anne van Hirtum en twee andere cursisten in opdracht van de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) onderzoek gedaan naar Boswachterij Liesbos ten westen van Breda, in het bijzonder naar de relatie van het bos met boerderij Prinsenhoef en plannen van de gemeente Breda om landgoederen te stichten aan de noordkant van het Liesbos. De boerderij met de bijbehorende toegangslaan is een rijksmonument.
De uitzonderlijke historische waarde van het Liesbos is gelegen in de combinatie van een jacht- en productiebos die door de eenduidige eigendomssituatie vanaf de 13e/14e eeuw tot in de 19e eeuw onveranderd is gebleven. De functie van productiebos is tot in de 20ste eeuw doorgezet.


In dit onderzoek is een cultuurhistorische analyse gemaakt van de ontwikkelingen van het bos vanaf de middeleeuwen middels archiefonderzoek en een inventarisatie van nog herkenbare elementen. Deze analyse is vergeleken met de huidige plannen rondom het Liesbos en de hiertoe historisch gezien behorende boerderij 'Prinsenhoef'. Aan de hnd hiervan zijn aanbevelingen gedaan voor bijstelling van de plannen zodat de historische waarden van het gebied mee genomen worden in de toekomstige ontwikkeling.

woensdag 1 augustus 2007

Landgoed Bekspring

In het kader van de opleiding 'Tuinkunst en Parken' die ik dit jaar gevolgd heb , heb ik onderzoek gedaan naar het landgoed Bekspring in Twente.



Het Landgoed Bekspring ligt ten noorden van Oldenzaal op de noordwest flank van de Oldenzaalse stuwwal. en strekt zich uit aan de westzijde van de Denekamperstraat, van de stadsring van Oldenzaal in de richting van Denekamp. De bezittingen, bossen, houtwallen, heide en voormalige agrarische gronden, vormen door wegen en tussenliggende terreinen van andere eigenaren geen volledig aaneengesloten gebied.
Rond 1900 kocht de Twentse textielfabrikant W.J.Blijdenstein de oude boerderij Bekspring met de daaromheen liggende percelen. De boerderij is omzoomd door een paar weides, bos en houtwallen. In de laagste weide bevind zich de bronvijver, de spring, waaraan het landgoed zijn naam te danken heeft.
In 1915 bouwde de familie er naar goed Twents gebruik een theehuisje ”De Hut”, om hier op een aangename maar eenvoudige wijze te kunnen verblijven en te kunnen genieten van het prachtige typisch Twentse hoevenlandschap.
In 1937 werd op het terrein een landhuis gebouwd, ontworpen door de bekende architect W.Hamdorff. Het Landhuis is prachtig gelegen tegen een hogere flank van de stuwwal en aan de rand van een oud eikenbos. De Twentse tuinarchitect T.H. Koning ontwierp een tuin bij de villa in cottagestijl. In de tuin en het park rond de villa zijn in de loop van de vorige eeuw verschillende aanpassingen uitgevoerd maar van de oorspronkelijke tuin van Koning zijn de grote lijnen en diverse bomen en heesters nog aanwezig. Ook zijn er in het park nog oude landschappelijke lanen en paden zichtbaar uit de 19e eeuw.
In de 20e eeuw werd het landgoed meerdere malen verder uitgebreid met aankopen van omliggend bos en agrarisch gebied. Het totale langgoed omvat nu ruim 100 hectare grond waarvan de laatste 30 ha wordt omgevormd van agrarische bestemming naar natuur.



Het gedane onderzoek omvat een tuinhistorisch onderzoek naar de geschiedenis van het landgoed, een inventarisatie van de parkbomen, flora en fauna en een beheerplan voor de tuin van het landhuis en voor het parkbos en de andere percelen in de directe nabijheid van het landhuis en de boerderij.

zondag 1 juli 2007

Natuurlijke speelplek bij "De Woelwaters"

Bij een kinderdagverblijf in Noord-Holland hebben we het oude speelterrein veranderd in een natuurlijke speelplaats. BuitenKans heeft voor het ontwerpproces, in samenspraak met het team, zorg gedragen en we hebben de aanleg samen met onze Wilde Weelde collega Bart Dijkstra van Tuinpartners gerealiseerd.

De speelplaats voor 0 tot 4 jarigen omvat o.a. een babybox van gevlochten wilgentenen, gemaakt door "De Mythe", een speelheuvel met tunnel, klimstammen, zandbakken, een bronnetje, een zintuigenmuur en een bloemenhoek met kruidenspiraal en moestuintje. Samen met een groep ouders is ook een wilgenhut gevlochten.



Uiteraard wordt er bij dit soort projecten extra aandacht besteed aan veiligheid maar binnen dit kader hebben we een uitdagende en educatieve speelruimte voor de jongste kinderen weten te realiseren.

zaterdag 17 februari 2007

Hoya, de wasbloem

HOYA, The Wax flower, Family: ASCLEPIADACEAE
For more than 20 years I studied the genus Hoya and there relatives Dischidia, Absolmsia and Micholitzia.
On our former nursery we collected more than 800 live specimen of these genera and about 500 other species of the family Asclepiadaceae such as Stapeliads and Ceropegias. I visited several times Indonesia to study these genera in the field and to collect specimen for the reference collection: IPPS. Our collection is now part of the collections at the Botanical Gardens at Leiden.

Hoya darwinii IPPS 2028







Hoya dimorpha IPPS 259







Hoya species Brunei IPPS 3572







Hoyacuttings of my former collection are available at:
Kakteen-Haage, Erfurt , Germany , www.kakteen-haage.de
Ted Green Plant Research , Hawaii , USA , www.rare-hoyas.com
Paul Shirley , Boskoop , Netherlands , www.paulshirleysucculents.nl

Hoya curtisii IPPS 1779












Hoya imbricata IPPS 1107











RECENT PUBLICATIONS:
Towards a Monophyletic Hoya (Marsdenieae, Apocynaceae): Inferences from the Chloroplast trnL Region and the rbcL-atpB Spacer
Livia Wanntorp, Alexander Kocyan, Ruurd van Donkelaar, Susanne Renner
in Systematic Botany (2006), 31 (3):pp. 586-596(11)
www.sysbot.org
Abstract:
The delimitation of the genus Hoya, with at least 200 species distributed from India and China to Australia, from its closest relatives in the Marsdenieae has long been problematic, precluding an understanding of the evolution and biogeography of the genus. Traditional circumscriptions of genera in the Hoya alliance have relied on features of the flower, but these overlap extensively between clades and may be evolutionarily labile. We obtained chloroplast DNA sequences to infer the phylogenetic relationships among a sample of 35 taxa of Hoya and 11 other genera in the tribe Marsdenieae, namely Absolmsia, Cionura, Dischidia, Dregea, Gongronema, Gunnessia, Madangia, Marsdenia, Micholitzia, Rhyssolobium, and Telosma. Trees were rooted with representatives of Asclepiadeae, Ceropegieae, Fockeeae, Periplocoideae, and Secamonoideae. Hoya and Dischidia form a monophyletic group, but the phylogenetic signal in the chloroplast data analyzed here was insufficient to statistically support the mutual monophyly of the two genera. A monophyletic Hoya, however, must include the monotypic Absolmsia, Madangia, and Micholitzia, a result congruent with their flower morphology. The data also identified several wellsupported groups within Hoya. The morphologically unusual Gunnessia belongs firmly in the Marsdenieae, but it is not close to Hoya and Dischidia.
Keywords: CHLOROPLAST; FLOWERS; HOYA; MARSDENIEAE; PHYLOGENY; RBCL-ATPB SPACER; TRNL REGION

R. van Donkelaar en D. Kleijn, ‘Notes on the taxonomy and ecology of the genus Hoya (Asclepiadaceae )'. In : Central Sulawesi in Blumea 46. 2001. p. 457-483.
www.nationaalherbarium.nl/pubs/blumea/blumea463.htm#Hoya
Abstract:
The taxonomy and ecology of the genus Hoya R.Br. are unclear, especially in the core area of its distribution: Sumatra, Borneo, Sulawesi and Irian Jaya. This paper summarises the available information on the ecology of Hoya species, and describes eight species from central Sulawesi. An important ecological trait of many Hoya species is their association with ants. Four types of mutualistic relationships with ants occur in the genus: 1) species with specialised leaves to house ants; 2) a single species that provides housing for ants under imbricate leaves; 3) species growing on the carton of ant nests; and 4) species that root in ant inhabited cavities in tree trunks and branches. Four of the eight described species grew in association with ants (types 2–4).
Taxonomically, Hoya sussuela (Roxb.) Merr. is placed in synonymy with H. coronaria Blume, and H. maxima (H. Karst.) Warb. and H. pseudomaxima Koord. are reduced to H. imbricata Decne.
Three new species are described:
Hoya brevialata Kleijn & Van Donkelaar
Hoya myrmecopa Kleijn & Van Donkelaar
Hoya pallilimba Kleijn & Van Donkelaar

F. Albers, R. van Donkelaar en C. Hoffmann, ‘Hoya, Dischidia'. In: Albers und Meve, Sukkulentenlexikon, band 3, Asclepiadaceae.2002.
en in:
Albers und Meve , Illustrated Handbook of Succulent Plants : Asclepiadaceae. 2002.