Posts tonen met het label historisch groen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label historisch groen. Alle posts tonen

woensdag 16 januari 2008

Oprichting Historisch Groen Collectief




Vijf Wilde Weelde bedrijven hebben vanuit een gemeenschappelijke visie deze maand het Historisch Groen Collectief opgericht. Wij houden ons bezig met het inrichten van tuinen, parken en landschappen waarbij de historie de basis is voor restauratie, renovatie en beheer.

De samenwerkings partners zijn:

Anne van Hirtum, Digitalis Groenadvies, ’s-Hertogenbosch www.digtalis-groenadvies.nl

Marleen van Tilburg, Marleen van Tilburg ontwerp en vormgeving, Vught www.buitenkans.eu www.rapunzeltuinen.nl

Jeroen Charpentier, Stevens en Charpentier Vormen en beheren van natuur, tuin en landgoed, Berlicum www.stevens-charpentier.nl

Bob Looijen, B.O.B. Bob Onderhoud Bomen, ‘s-Hertogenbosch www.bobbomen.nl

Ruurd van Donkelaar, Ruurd van Donkelaar groenadvies, Werkendam www.ruurdvandonkelaar.nl

Anne, Marleen en Ruurd hebben vorig jaar de opleiding "Tuinkunst en Parken" aan de Hogeschool Utrecht gevolgd om meer inzicht te krijgen in de historische achtergronden van deze bijzondere plaatsen. De opleiding is mede georganiseerd door de Rijksdienst voor Archeologie en Monumenten, de Nederlandse tuinenstichting en Stichting behoud Particulieren Historische Buitenplaatsen.
We werken aan een eigen website voor het Historisch Groen Collectief. Voorlopig is dit bericht ook de startpagina van deze site.

zaterdag 1 september 2007

Het Liesbos, een cultuurhistorisch onderzoek

In het kader van de opleiding Tuinkunst en parken, historie en instandhouding van de Hogeschool Utrecht heb ik samen met mijn HGC-collega Anne van Hirtum en twee andere cursisten in opdracht van de Rijksdienst voor Archeologie Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) onderzoek gedaan naar Boswachterij Liesbos ten westen van Breda, in het bijzonder naar de relatie van het bos met boerderij Prinsenhoef en plannen van de gemeente Breda om landgoederen te stichten aan de noordkant van het Liesbos. De boerderij met de bijbehorende toegangslaan is een rijksmonument.
De uitzonderlijke historische waarde van het Liesbos is gelegen in de combinatie van een jacht- en productiebos die door de eenduidige eigendomssituatie vanaf de 13e/14e eeuw tot in de 19e eeuw onveranderd is gebleven. De functie van productiebos is tot in de 20ste eeuw doorgezet.


In dit onderzoek is een cultuurhistorische analyse gemaakt van de ontwikkelingen van het bos vanaf de middeleeuwen middels archiefonderzoek en een inventarisatie van nog herkenbare elementen. Deze analyse is vergeleken met de huidige plannen rondom het Liesbos en de hiertoe historisch gezien behorende boerderij 'Prinsenhoef'. Aan de hnd hiervan zijn aanbevelingen gedaan voor bijstelling van de plannen zodat de historische waarden van het gebied mee genomen worden in de toekomstige ontwikkeling.

woensdag 1 augustus 2007

Landgoed Bekspring

In het kader van de opleiding 'Tuinkunst en Parken' die ik dit jaar gevolgd heb , heb ik onderzoek gedaan naar het landgoed Bekspring in Twente.



Het Landgoed Bekspring ligt ten noorden van Oldenzaal op de noordwest flank van de Oldenzaalse stuwwal. en strekt zich uit aan de westzijde van de Denekamperstraat, van de stadsring van Oldenzaal in de richting van Denekamp. De bezittingen, bossen, houtwallen, heide en voormalige agrarische gronden, vormen door wegen en tussenliggende terreinen van andere eigenaren geen volledig aaneengesloten gebied.
Rond 1900 kocht de Twentse textielfabrikant W.J.Blijdenstein de oude boerderij Bekspring met de daaromheen liggende percelen. De boerderij is omzoomd door een paar weides, bos en houtwallen. In de laagste weide bevind zich de bronvijver, de spring, waaraan het landgoed zijn naam te danken heeft.
In 1915 bouwde de familie er naar goed Twents gebruik een theehuisje ”De Hut”, om hier op een aangename maar eenvoudige wijze te kunnen verblijven en te kunnen genieten van het prachtige typisch Twentse hoevenlandschap.
In 1937 werd op het terrein een landhuis gebouwd, ontworpen door de bekende architect W.Hamdorff. Het Landhuis is prachtig gelegen tegen een hogere flank van de stuwwal en aan de rand van een oud eikenbos. De Twentse tuinarchitect T.H. Koning ontwierp een tuin bij de villa in cottagestijl. In de tuin en het park rond de villa zijn in de loop van de vorige eeuw verschillende aanpassingen uitgevoerd maar van de oorspronkelijke tuin van Koning zijn de grote lijnen en diverse bomen en heesters nog aanwezig. Ook zijn er in het park nog oude landschappelijke lanen en paden zichtbaar uit de 19e eeuw.
In de 20e eeuw werd het landgoed meerdere malen verder uitgebreid met aankopen van omliggend bos en agrarisch gebied. Het totale langgoed omvat nu ruim 100 hectare grond waarvan de laatste 30 ha wordt omgevormd van agrarische bestemming naar natuur.



Het gedane onderzoek omvat een tuinhistorisch onderzoek naar de geschiedenis van het landgoed, een inventarisatie van de parkbomen, flora en fauna en een beheerplan voor de tuin van het landhuis en voor het parkbos en de andere percelen in de directe nabijheid van het landhuis en de boerderij.

zaterdag 7 oktober 2006

Renovatie groen rond Landgoed Dortwijk

In de winter en het voorjaar van 2006 zijn in een aantal groenstroken rond het landgoed Dordtwijk uitgebreide onderhoud- en renovatie werkzaamheden uitgevoerd met als doel de uitstraling van de groenstroken te verbeteren waarbij vooral het aspect veiligheid voor de gebruikers belangrijk is. Op verzoek van de eigenaren van het Landgoed zijn een paar extra voorwaarden aan het project toegevoegd om het besloten karakter van het landgoed te behouden en door een aantal aanpassingen de parkachtige sfeer van het gebied ook in het omliggende groen te vergroten.
Door de Stichting tot behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen is hier vervolgens een voorstel voor gemaakt. Van het Ingenieursbureau Dordrecht kreeg ik het verzoek om in verder overleg met de verschillende betrokken partijen een plan van aanpak te maken en de begeleiding van de uitvoerende werkzaamheden op me te nemen.



In de jaren ’70 zijn lang de randweg N3 stroken met snelgroeiende bomen en heesters aangeplant die uitgegroeid zijn tot dichte massieve groenstroken. Tussen het landgoed en de N3 bevind zich een aantal fiets en voetpaden en ook deze zijn grotendeels omsloten door dit soort groen. Het fietspad wordt veel gebruikt en vooral in de avonduren gaven de groene wanden een sterk gevoel van onveiligheid. Tussen de groenstroken waren een paar bijna dichtgegroeide doorkijkjes naar het Landgoed aanwezig en ook een aantal oude bomen rijen met Kastanjes, eiken en een fraaie Tulpenboom die oorspronkelijk bij het Landgoed behoorden.

In de onderbegroeiing staan stinzenplanten en door het vele dode hout is er een rijk dierenleven aanwezig. Een aantal afstervende bomen met spechtenholten zijn daarom ook zo gesnoeid dat ze nog een tijd veilig kunnen blijven staan. Een aantal dikke stammen van gekapte bomen zijn in de beplanting weer verwerkt.

Door uitdunning van de bomen en snoei van de heesters hebben de groenstroken een parkachtige structuur gekregen. De oude aanwezige “Landgoed” bomen hebben weer de ruimte gekregen die ze verdienen, jongere bomen kunnen zich verder gaan ontwikkelen tot volwassen formaten. Ook afzonderlijke heesters kunnen hun eigen groeivorm weer ontwikkelen in plaats van een gezamenlijke dichte structuur. Er is meer gelaagdheid ontstaan in de beplanting met bovenstaande bomen, middelhoge bosjes van meidoorn, wintergroene onderbegroeiing van vrijstaande taxussen en groepen hulst, lagere heestergroepen van o.a. wilde rozen, liguster en appelbes en een onderbegroeiing en zoomvegetatie met klimop, varens, inheemse kruiden en stinzenplanten. Tijdens de werkzaamheden vond ik in deze stroken ook zeldzaamheden zoals Guldenboterbloem en Grote Keverorchis in flinke aantallen.

Op een drietal plaatsen zijn open stukken gecreëerd waar een aanplant in landschapsstijl is gekomen van diverse coniferen waaronder monumentaal wordende soorten als Sequoiadendron en Taxodium die we ook op Dordtwijk zelf tegen komen. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe Taxushagen aangeplant om de grensstructuur van het landgoed te verstevigen. Ook de aanplant van enkele lindes en een nieuwe Liriodendron op karakteristieke punten versterkt deze structuur.


Naast de kruidenvegetatie in de onderbegroeiing is er ook aandacht geschonken aan de graslandvegetatie. Door bij de verschillende grasstroken en (sloot)bermen een maairegiem in relatie tot de functie toe te passen zullen deze zich gevarieerder gaan ontwikkelen waarbij de biodiversiteit zal toenemen. Ter afronding van de herstelwerkzaamheden gaan de komende weken ook een grote hoeveelheid stinzenbollen zoals sneeuwklokjes de grond in.

Om de ingreep die nu gepleegd is een goed gevolg te geven heb ik samen met de gemeente Dordrecht een nieuw beheersplan opgesteld waarin het beheer naar een hoger kwaliteitsniveau wordt getild. De uitgangspunten hierbij zijn een duurzame ontwikkeling van het historische groen rond het landgoed en een verdere toename van de biodiversiteit. Ik hoop met deze mooie opdracht een bijdrage te hebben geleverd aan de versterking van belevingswaarde van dit fraai historische gebied.

zondag 3 oktober 2004

Nieuwe stinzentuin in Dordrecht

In Dordrecht vlak achter het station ligt de oude buitenplaats Weizigt. Het grootste gedeelte van dit landgoed is tegenwoordig een openbaar park. Naast het oude koetshuis bevindt zich het Dordse Natuureducatiecentrum met een mooie heemtuin en een spectaculaire amfibieënpoel. Het oude landhuis zelf biedt onderdak aan de woningbouwcoöperatie Woonbron.
Bij dit kantoor is in 2002 een nieuwe tuin aangelegd. Het basisplan hiervoor is gemaakt door Tuinarchitectenbureau Eckhardt-Stapel. Een van de uitgangspunten voor dit plan is het aanbrengen van een natuurlijke beplanting die behoort bij de historische omgeving van het oude landhuis. Hierbij kwam een groep planten in beeld die worden aangeduid met de verzamelnaam: “Stinzenplanten”. In het voorjaar van 2003 werd ik benaderd om verder inhoud te gaan geven aan de inrichting van de beplanting en om een meer ecologisch gericht onderhoud voor het complex op te zetten. In de herfst van 2003 hebben we de aanwezige soorten herschikt en een groot aantal nieuwe stinzenplanten bijgeplant. De beplanting vormt nu een veel natuurlijker samenhang wat voor een goed ecologisch beheer een noodzaak. Daarnaast zijn er ook een composthoop en een takkenwal aangelegd om ook meer onderdak te kunnen bieden aan andere organismen.

Wat zijn Stinzenplanten?
Onder Stinzenplanten verstaan we planten die vroeger als sierplanten zijn aangeplant op buitenplaatsen, oude boerenhoeven en pastorietuinen en vervolgens zijn verwilderd en ingeburgerd. De naam Stinzenplant komt van het Friese woord “stins” wat een stenenhuis betekend. Deze versterkte woontorens werden na 1400 gebouwd op hogere met klei opgebrachte heuvels, motte’s genaamd en vaak voorzien van een gracht of omwalling. Na 1600 verviel de verdedigende functie van deze kasteeltjes en groeiden ze uit tot grotere en luxueuzere landhuizen.
Op de landgoederen die zo ontstonden werden veel sierplanten aangeplant en een deel daarvan vond hier een prima omgeving om zich definitief te vestigen. Het zijn vooral planten die van oorsprong uit het Midden-Europees bergland afkomstig zijn en die zich juist hier in de aangeplante loofbossen op de buitenplaatsen thuis voelen. De meeste soorten komen voor op kalkhoudende leemhoudende grond met een humusrijke bovenlaag. Het vochtgehalte is voornamelijk in het voorjaar hoog. In de zomer wordt de bodem droger en de lichtomstandigheden worden ongunstiger. De meeste stinzenplanten hebben dan ook hun hoofd groei en bloeiperiode in het voorjaar. Een extra ecologische bijzonderheid is dat veel van deze planten voor de verspreiding van hun zaden afhankelijk zijn van mieren en voor de kieming en hergroei een symbiose met bodemschimmels aangaan. Het juiste milieu is dus essentieel voor een blijvende vestiging.

De groep stinzenplanten bevat prachtige schaduwminnende vaste planten zoals voorjaarszonnebloem, maartsviooltje stengelloze sleutelbloem, aronskelk, akelei, salomonszegel, lelietjederdalen, donkere ooievaarsbek en breedbladig klokje. Daarnaast rekenen we bolgewassen zoals sneeuwklokjes, boshyacint en boerenkrokus tot de stinzenplanten en ook een aantal heesters zoals sneeuwbes, alpenbes en prachtframboos.
In Nederland vinden we de meeste stinzenplantenmilieus op buitenplaatsen in Friesland, Groningen, de duinstreek en langs de Utrechtse Vecht. Ook in ons rivierengebied zijn er landgoederen met stinzenplanten zoals bij de kastelen Neerrijnen, Brakel en Nederhemert. In Dordrecht is het parkbos Dordwijk bekend om zijn stinzenflora. Ongetwijfeld hebben op het oude landgoed Weizigt vroeger ook meerdere soorten gestaan, een restant hiervan, een groepje voorjaarshelmbloemen, hebben teruggevonden achter de oude oranjerie. Genoeg historische aanknopingspunten dus om de tuin van Woondrecht weer om te toveren in een Stinzenbiotoop.

Italiaanse aronskelk
Stengelloze sleutelbloem
Sneeuwklokje

De volgende stinzenplanten soorten hebben we op Weizigt aangeplant:
Gevlekte dovenetel, Voorjaarszonnebloem, Salomonszegel, Lelietje-der-dalen, Donkere Ooievaarsbek, Vingerhoedskruid, Breedbladig Klokje, Italiaanse aronskelk, Stengelloze sleutelbloem, Echte Sleutelbloem, Wit hoefblad, Groot hoefblad, Maagdenpalm, Groene Ossetong, Gele dovenetel, Bosaardbei, Smeerwortel, Boshyacint, Sterhyacint, Sneeuwroem, Bosanemoon, Boerenkrokus, Knikkende Vogelmelk, Voorjaarshelmbloem, Daslook, Lenteklokje, Zomerklokje, Herfsttijloos, Alpenbes en Prachtframboos.
De komende jaren zal blijken welke soorten zich hier het beste thuis voelen en zich verder over het terrein gaan verspreiden. Ik zal voorlopig de nieuwe aanplant en het bijbehorende onderhoud verder begeleiden zodat deze zich kan ontwikkelen tot een natuurlijke rijk bloeiende stinzentuin.

Meer informatie:
Piet Bakker en Evert Boeve: Stinzenplanten, Natuurmonumenten (1985)
Woondrecht, Van Baerleplantsoen 26, Dordrecht, www.woonbron.nl