In de winter en het voorjaar van 2006 zijn in een aantal groenstroken rond het landgoed Dordtwijk uitgebreide onderhoud- en renovatie werkzaamheden uitgevoerd met als doel de uitstraling van de groenstroken te verbeteren waarbij vooral het aspect veiligheid voor de gebruikers belangrijk is. Op verzoek van de eigenaren van het Landgoed zijn een paar extra voorwaarden aan het project toegevoegd om het besloten karakter van het landgoed te behouden en door een aantal aanpassingen de parkachtige sfeer van het gebied ook in het omliggende groen te vergroten.
Door de Stichting tot behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen is hier vervolgens een voorstel voor gemaakt. Van het Ingenieursbureau Dordrecht kreeg ik het verzoek om in verder overleg met de verschillende betrokken partijen een plan van aanpak te maken en de begeleiding van de uitvoerende werkzaamheden op me te nemen.
In de jaren ’70 zijn lang de randweg N3 stroken met snelgroeiende bomen en heesters aangeplant die uitgegroeid zijn tot dichte massieve groenstroken. Tussen het landgoed en de N3 bevind zich een aantal fiets en voetpaden en ook deze zijn grotendeels omsloten door dit soort groen. Het fietspad wordt veel gebruikt en vooral in de avonduren gaven de groene wanden een sterk gevoel van onveiligheid. Tussen de groenstroken waren een paar bijna dichtgegroeide doorkijkjes naar het Landgoed aanwezig en ook een aantal oude bomen rijen met Kastanjes, eiken en een fraaie Tulpenboom die oorspronkelijk bij het Landgoed behoorden.
In de onderbegroeiing staan stinzenplanten en door het vele dode hout is er een rijk dierenleven aanwezig. Een aantal afstervende bomen met spechtenholten zijn daarom ook zo gesnoeid dat ze nog een tijd veilig kunnen blijven staan. Een aantal dikke stammen van gekapte bomen zijn in de beplanting weer verwerkt.
Door uitdunning van de bomen en snoei van de heesters hebben de groenstroken een parkachtige structuur gekregen. De oude aanwezige “Landgoed” bomen hebben weer de ruimte gekregen die ze verdienen, jongere bomen kunnen zich verder gaan ontwikkelen tot volwassen formaten. Ook afzonderlijke heesters kunnen hun eigen groeivorm weer ontwikkelen in plaats van een gezamenlijke dichte structuur. Er is meer gelaagdheid ontstaan in de beplanting met bovenstaande bomen, middelhoge bosjes van meidoorn, wintergroene onderbegroeiing van vrijstaande taxussen en groepen hulst, lagere heestergroepen van o.a. wilde rozen, liguster en appelbes en een onderbegroeiing en zoomvegetatie met klimop, varens, inheemse kruiden en stinzenplanten. Tijdens de werkzaamheden vond ik in deze stroken ook zeldzaamheden zoals Guldenboterbloem en Grote Keverorchis in flinke aantallen.
Op een drietal plaatsen zijn open stukken gecreëerd waar een aanplant in landschapsstijl is gekomen van diverse coniferen waaronder monumentaal wordende soorten als Sequoiadendron en Taxodium die we ook op Dordtwijk zelf tegen komen. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe Taxushagen aangeplant om de grensstructuur van het landgoed te verstevigen. Ook de aanplant van enkele lindes en een nieuwe Liriodendron op karakteristieke punten versterkt deze structuur.
Naast de kruidenvegetatie in de onderbegroeiing is er ook aandacht geschonken aan de graslandvegetatie. Door bij de verschillende grasstroken en (sloot)bermen een maairegiem in relatie tot de functie toe te passen zullen deze zich gevarieerder gaan ontwikkelen waarbij de biodiversiteit zal toenemen. Ter afronding van de herstelwerkzaamheden gaan de komende weken ook een grote hoeveelheid stinzenbollen zoals sneeuwklokjes de grond in.
Om de ingreep die nu gepleegd is een goed gevolg te geven heb ik samen met de gemeente Dordrecht een nieuw beheersplan opgesteld waarin het beheer naar een hoger kwaliteitsniveau wordt getild. De uitgangspunten hierbij zijn een duurzame ontwikkeling van het historische groen rond het landgoed en een verdere toename van de biodiversiteit. Ik hoop met deze mooie opdracht een bijdrage te hebben geleverd aan de versterking van belevingswaarde van dit fraai historische gebied.