zaterdag 14 oktober 2006

Poelenwerk in Twente

Deze week heb ik het herstel van een aantal poelen in het Dal van de Mosbeek, in Twente begeleid. Vier van deze poelen monitor ik al enkele jaren om de voortplantingsresultaten van de aanwezige kamsalamanders te volgen. Drie van de vier poelen groeiden de afgelopen jaren zo dicht dat er nog maar nauwelijks voortplanting in plaats vond. Gelukkig kon de beheerder, Landschap Overijssel, deze herfst in hun onderhoudsbudget ruimte vinden om de poelen te herstellen. De werkzaamheden werden uitgevoerd door Landschapsonderhoudsbedrijf Welhuis uit Rossum.






De poelen bevinden zich in en vlakbij de Manderstreu, een prachtig oud weidegebiedje met kleinschalige weilandjes, akkertjes, houtwallen en zomen. Door het dalletje stroomde vroeger de Eendebeek. Deze beek ontspringt in Duitsland en komt vlak bij de Galgenberg Nederland binnen. Hier stroomt hij aanvankelijk door een beuken en elzenbosje om vervolgens dood te lopen in een van de weilanden. Vroeger liep de beek in de winter nog helemaal door tot aan de Manderheide. De verdroging door grondwateronttrekking zorgt er voor dat de beek nu slechts ondergronds de poelen nog voedt. Deze zomer stonden de poelen al vroeg droog en nu zat er nog steeds geen water in.

In de poelen bevindt zich een redelijke populatie kamsalamanders en veel kleine water salamander. Met name één poel, die een jaar of zeven geleden is hersteld, biedt een goed voortplantings biotoop. Ook botanisch is dit een interessante poel. Een paar jaar geleden groeide hier op de nog vrij kale oever Waterlepeltje, Ludwigia palustris, een zeer zeldzame pionier.
Bij het herstel van de poelen is het omliggende wilgen en elzen hout grotendeels verwijderd zodat er weer volop zon in de poel kan schijnen. Ook de dikke sliblaag op de bodem is voor het grootste deel weggehaald. Van de oeverbegroeiing bleef de noord- en oostzijde grotendeels onaangetast zodat hier al snel weer dekking is en eiafzetmogelijkheid. Ook de bramenstruwelen aan de noordkant bleven in takt. De oevers aan de zuid en westzijde werden wat breder gemaakt zodat een flauwere hellingshoek mogelijk was.



Naast het onderhoud en herstel van de vier poelen zijn ook nog twee inmiddels verdwenen poelen weer opengegraven. Eén poel zat in de hoek van een paardewei, onder een grote wilg en was geheel dichtgelopen maar nog herkenbaar. De andere ligt niet in de Manderstreu maar vlakbij de watermolen Frans. Deze werd door de beheerder van Landschap Overijssel, Harry Koster, op een kaart ontdekt en kwam daadwerkelijk tevoorschijn toen het groene bosje op deze plaats werd weggekapt.
Ik heb goede hoop dat het resultaat van deze werkzaamheden de locale maar geisoleerde kamsalamanderpopulatie weer de ruimte geeft en wie weet duikt ook het waterlepeltje weer op langs een van de poelen.