Nieuwe stinzentuin in Dordrecht
In Dordrecht vlak achter het station ligt de oude buitenplaats Weizigt. Het grootste gedeelte van dit landgoed is tegenwoordig een openbaar park. Naast het oude koetshuis bevindt zich het Dordse Natuureducatiecentrum met een mooie heemtuin en een spectaculaire amfibieënpoel. Het oude landhuis zelf biedt onderdak aan de woningbouwcoöperatie Woondrecht.
Bij dit kantoor is in 2002 een nieuwe tuin aangelegd. Het basisplan hiervoor is gemaakt door Tuinarchitectenbureau Eckhardt-Stapel. Een van de uitgangspunten voor dit plan is het aanbrengen van een natuurlijke beplanting die behoort bij de historische omgeving van het oude landhuis. Hierbij kwam een groep planten in beeld die worden aangeduid met de verzamelnaam: “Stinzenplanten”. In het voorjaar van 2003 werd ik benaderd om verder inhoud te gaan geven aan de inrichting van de beplanting en om een meer ecologisch gericht onderhoud voor het complex op te zetten. In de herfst van 2003 hebben we de aanwezige soorten herschikt en een groot aantal nieuwe stinzenplanten bijgeplant. De beplanting vormt nu een veel natuurlijker samenhang wat voor een goed ecologisch beheer een noodzaak. Daarnaast zijn er ook een composthoop en een takkenwal aangelegd om ook meer onderdak te kunnen bieden aan andere organismen.
Wat zijn Stinzenplanten?
Onder Stinzenplanten verstaan we planten die vroeger als sierplanten zijn aangeplant op buitenplaatsen, oude boerenhoeven en pastorietuinen en vervolgens zijn verwilderd en ingeburgerd. De naam Stinzenplant komt van het Friese woord “stins” wat een stenenhuis betekend. Deze versterkte woontorens werden na 1400 gebouwd op hogere met klei opgebrachte heuvels, motte’s genaamd en vaak voorzien van een gracht of omwalling. Na 1600 verviel de verdedigende functie van deze kasteeltjes en groeiden ze uit tot grotere en luxueuzere landhuizen.
Op de landgoederen die zo ontstonden werden veel sierplanten aangeplant en een deel daarvan vond hier een prima omgeving om zich definitief te vestigen. Het zijn vooral planten die van oorsprong uit het Midden-Europees bergland afkomstig zijn en die zich juist hier in de aangeplante loofbossen op de buitenplaatsen thuis voelen. De meeste soorten komen voor op kalkhoudende leemhoudende grond met een humusrijke bovenlaag. Het vochtgehalte is voornamelijk in het voorjaar hoog. In de zomer wordt de bodem droger en de lichtomstandigheden worden ongunstiger. De meeste stinzenplanten hebben dan ook hun hoofd groei en bloeiperiode in het voorjaar. Een extra ecologische bijzonderheid is dat veel van deze planten voor de verspreiding van hun zaden afhankelijk zijn van mieren en voor de kieming en hergroei een symbiose met bodemschimmels aangaan. Het juiste milieu is dus essentieel voor een blijvende vestiging.
De groep stinzenplanten bevat prachtige schaduwminnende vaste planten zoals voorjaarszonnebloem, maartsviooltje stengelloze sleutelbloem, aronskelk, akelei, salomonszegel, lelietjederdalen, donkere ooievaarsbek en breedbladig klokje. Daarnaast rekenen we bolgewassen zoals sneeuwklokjes, boshyacint en boerenkrokus tot de stinzenplanten en ook een aantal heesters zoals sneeuwbes, alpenbes en prachtframboos.
In Nederland vinden we de meeste stinzenplantenmilieus op buitenplaatsen in Friesland, Groningen, de duinstreek en langs de Utrechtse Vecht. Ook in ons rivierengebied zijn er landgoederen met stinzenplanten zoals bij de kastelen Neerrijnen, Brakel en Nederhemert. In Dordrecht is het parkbos Dordwijk bekend om zijn stinzenflora. Ongetwijfeld hebben op het oude landgoed Weizigt vroeger ook meerdere soorten gestaan, een restant hiervan, een groepje voorjaarshelmbloemen, hebben teruggevonden achter de oude oranjerie. Genoeg historische aanknopingspunten dus om de tuin van Woondrecht weer om te toveren in een Stinzenbiotoop.
De volgende stinzenplanten soorten hebben we op Woondrecht aangeplant:
Gevlekte dovenetel, Voorjaarszonnebloem, Salomonszegel, Lelietje-der-dalen, Donkere Ooievaarsbek, Vingerhoedskruid, Breedbladig Klokje, Italiaanse aronskelk, Stengelloze sleutelbloem, Echte Sleutelbloem, Wit hoefblad, Groot hoefblad, Maagdenpalm, Groene Ossetong, Gele dovenetel, Bosaardbei, Smeerwortel, Boshyacint, Sterhyacint, Sneeuwroem, Bosanemoon, Boerenkrokus, Knikkende Vogelmelk, Voorjaarshelmbloem, Daslook, Lenteklokje, Zomerklokje, Herfsttijloos, Alpenbes en Prachtframboos.
De komende jaren zal blijken welke soorten zich hier het beste thuis voelen en zich verder over het terrein gaan verspreiden. Ik zal voorlopig de nieuwe aanplant en het bijbehorende onderhoud verder begeleiden zodat deze zich kan ontwikkelen tot een natuurlijke rijk bloeiende stinzentuin.
Meer informatie:
Piet Bakker en Evert Boeve: Stinzenplanten, Natuurmonumenten (1985)
Woondrecht, Van Baerleplantsoen 26, Dordrecht, www.woondrecht.nl